Ik zat nog hoog boven op de roze wolk nadat ik had gehoord dat mijn
verhaal ‘Duivelskind’ in de bundel ‘Deadline’ van uitgeverij LetterRijn komt,
toen ik een mail kreeg die me weer met beide benen op de grond zette. Twee
redacteuren hadden zich over het verhaal gebogen. Er moest het een en ander
aangepast worden. Over grammaticale fouten en spelfouten viel niet te
discussiëren, maar er waren ook voorstellen waarvan de redacteur vond dat het
beter kon, maar als ik het goed kon onderbouwen, mocht ik het laten staan. Ik
vond dat ze gelijk hadden. Hun aanwijzingen hadden voor mij een hoog ‘oh ja,
natuurlijk’-gehalte. En dan denk je dat je toch best redelijk Nederlands
schrijft.
Een van de aanwijzingen die nieuw voor mij was, was dat de
persoonsvorm en het voltooid deelwoord in dezelfde volgorde geschreven moest
worden. LetterRijn kiest ervoor om de persoonsvorm achteraan te plaatsen (dus
gelopen is, i.p.v. is gelopen).
Ze stuurden een link mee, waaruit bleek dat van oudsher de ene vorm in het
West-Nederlandse dialect gebruikt werd en het andere in het Oost-Nederlandse.
Ik had beide versies door elkaar gebruikt. Ik dacht dat een beetje afwisseling
nooit kwaad kon. Maar eenmaal uitgelegd begreep ik goed dat een uitgeverij voor
eenheid kiest.
Al met al erg leerzaam, die correcties van ‘echte’ redacteuren.
Nadat het allemaal aangepast was, kreeg ik opnieuw een mail: of ik
wilde controleren of de naam van mijn verhaal en mijn eigen naam goed in de
inhoudsopgave vermeld staan.
Dan ziet het er opeens heel echt uit.
Dat 'gelopen is' of 'is gelopen' moest ik ook altijd aanpassen als ik rapporten collationeerde. Dus herkenbaar. En inderdaad leerzaam.
BeantwoordenVerwijderenIk had er echt geen idee dat daar een systeem in zat in boeken. Nu ga ik er natuurlijk op letten Grappig dat je het herkent
BeantwoordenVerwijderen