Pagina's

zondag 31 december 2017

2017: een succesvol schrijfjaar

Ik kan zeggen dat 2017 op schrijfgebied voor mij een succesvol jaar is geweest. In het eerste halfjaar heb ik drie cursussen afgerond: de cursus Creatief schrijven in februari, de cursus Roman schrijven in juni en de cursus Blogs en columns schrijven in september. Al deze cursussen heb ik met een 9 gemiddeld afgesloten.

In mei deed ik mee aan de verhalenwedstrijd van ‘LetterRijn’ met het thema ‘Verborgen’. In juni zou ik horen of mijn verhaal op de longlist geplaatst zou worden. Ik hoorde niets, dus ik ging ervan uit dat mijn verhaal afgewezen was. Des te groter was de verrassing toen ik in augustus een mailtje ontving waarin stond dat mijn verhaal niet op de shortlist geplaatst was. Bij navraag bleek dat ze mij niet geïnformeerd hadden dat ik wel op de longlist stond.

Na de zomervakantie heb ik mijn blog opgezet. Het blog wordt zeer regelmatig bezocht, gemiddeld werd elke bijdrage 48 keer bekeken. Mijn blog is verdeeld in verschillende categorieën, waardoor ook te achterhalen is welk onderdeel het meest populair is:

Blogs                                     gemiddeld 35 bezoekers per blog
UKV (Ultrakorte verhalen)     gemiddeld 44 lezers per verhaal
Korte verhalen                       gemiddeld 94 lezers per verhaal.

Het verhaal ‘Goedheiligvrouw’ heeft het record aantal lezers: maar liefst 219! 

Een nieuw item is de boekrecensie en binnenkort zal ik ook columns plaatsen op mijn blog. Ik zou het heel erg leuk vinden als je mijn blog wilt volgen. Heb je verbeterpunten of ideeën over mijn blog, laat het dan weten. Het is een interactief blog, contact met mijn lezers in de vorm van reacties en tips zijn van harte welkom.

Op 13 september heb ik meegedaan aan een open podium tijdens het Literair Café in Brummen. Niemand minder dan Jan Terlouw had de taak om uit alle voorgedragen verhalen en gedichten een winnaar te kiezen. Het was een hele grote eer, dat hij koos voor mijn verhaal ‘De IJssel’. Opeens verscheen mijn naam in verschillende (lokale) kranten.

In oktober deed ik mee aan de verhalenwedstrijd van Heel Nederland Schrijft. Alle verhalen zijn samengevoegd in een bundel (‘De Enge verhalenbundel’), waar mijn verhaal dus ook in gepubliceerd is. Dit was mijn eerste publicatie van dit jaar.

Na de zomervakantie zag ik via Facebook een oproep waarin men voor de Stichting ‘Goed doen voor een ander’ schrijvers vroeg een oudere te interviewen en hun verhaal in te dienen voor het boek ‘Wat kan ik van u leren?’. De vijftig beste verhalen zouden in het boek gepubliceerd worden. De opbrengst van het boek gaat volledig naar een koffieschenkproject voor ouderen. Ik heb geen moment getwijfeld en ik heb mijn schoonmoeder geïnterviewd en haar verhaal ingestuurd, vergezeld van een aantal schitterende foto’s, gemaakt door Arend Jan Loozeman. In oktober kreeg ik het geweldige bericht dat mijn verhaal in het boek gepubliceerd zou worden.
In december kwam het boek uit, Dit werd gepresenteerd op de boekpresentatie in Haarlem, waar ik uiteraard bij aanwezig was. Ik mocht twee exemplaren in ontvangst nemen: een voor mezelf als schrijver en een voor mijn schoonmoeder, want zonder haar was het verhaal er niet geweest.

In november was ik van plan om mee te doen aan de NaNoWriMo, maar dat is niet helemaal gelukt zoals ik zou willen. Het eind van het jaar was druk met veel leuke privé-afspraken, waardoor het lastig was om de tijd en de rust te vinden om te schrijven. Toch heb ik nog 6967 woorden geschreven, dus het begin is er.

Vanaf november heb ik me bezig gehouden met het schrijven van Sinterklaasgedichten en een aantal gastblogs voor de Stichting ‘Goed doen voor een ander’.
Naast al deze successen zou ik haast vergeten dat er twee van mijn UKV’tjes namelijk ‘Pot’ (februari 2017) en ‘Weerzien’ (augustus 2017) door Schrijven Magazine zijn uitgekozen voor de 5 leukste UKV’s van de maand.

Iedereen die op wat voor manier heeft bijgedragen aan mijn succes in 2017 ben ik bijzonder dankbaar. Dat zijn uiteraard de mensen die mijn verhalen doorlezen en mij hun positieve feedback geven, waardoor ik mijn schrijfsels blijf ontwikkelen. Ook de mensen die in mij geloven en die mij hierdoor motiveren om door te gaan ben ik zeer erkentelijk. En uiteraard de lezers van mijn blogs en al mijn verhalen, want daar doe ik het uiteindelijk voor.

Na de successen van 2017 is het tijd doelen te stellen voor het nieuwe jaar:
·         Mijn blog uitbreiden met boekrecensies en (gast)columns
·         Zakelijk schrijven erbij oppakken
·         LetterRijn: op de shortlist geplaatst worden (publicatie!)
·         Mijn boek schrijven
·         Het aantal volgers voor mijn blog minimaal verdubbelen

Laat 2018 maar komen!

Ik wens je een hele gezellige en veilige jaarwisseling en maak iets moois van 2018.

zaterdag 30 december 2017

Het Puttertje - Donna Tart

Aan te raden?
JA, zeker als je van kunst houdt, is het aan te raden. Ik vind het een mooi verhaal, knap geschreven, met erg mooi beschreven fragmenten, maar het had wat mij betreft minstens de helft dunner gekund.

Waar gaat het over?
Het Puttertje is genoemd naar het gelijknamige schilderij van Carel Fabritius (1654), dat door het hele boek heen een grote rol speelt.
Theo is pas 13 jaar als hij zijn moeder verliest bij een aanslag in hun woonplaats New York tijdens een bezoek aan een tentoonstelling van Nederlandse schilderijen, waar ze eigenlijk bij toeval zijn. Op het moment van de aanslag is zijn moeder teruggelopen naar een schilderij van Rembrandt en Theo blijft nog in de zaal waar hij zojuist met zijn moeder Het Puttertje van Fabritius heeft bewonderd.
Door de explosie verliest hij zijn bewustzijn en als hij weer bijkomt liggen er allemaal lijken en gewonde mensen onder een dikke laag witte stof. Een man grijpt hem vast, wijst hem op een schilderij en geeft Theo zijn ring. De man vraagt Theo het schilderij mee te nemen en de ring naar Hobart & Blackwell te brengen.
Het schilderij is het Puttertje en het hele boek door blijft Theo verbonden met dit schilderij. Het is zijn houvast, maar evenzoveel ook een blok aan zijn been.
Het verhaal gaat over kunstzwendelarij, maar ook over verdriet en pijn. De kunst speelt een grote rol, met vooral de nadruk op de tijdloosheid van kunstwerken.

Wat vond ik ervan?
Ik heb er precies een jaar over gedaan om het boek helemaal uit te lezen. Het is een dik boek van 925 pagina’s, waardoor het niet geschikt is om overal te lezen. Ik ga dagelijks met de trein naar mijn werk, waar ik graag lees, maar het boek is te dik en te zwaar om mee te nemen. Ook lees je het boek ook niet gemakkelijk in bed, voor het slapen gaan, vanwege het formaat.
Ik had een haat-liefdeverhouding met het boek. Ik was ziek toen ik eraan begon en kon me slecht concentreren. Toch kon ik het niet wegleggen als ik er eenmaal in begonnen was, ik werd helemaal meegesleurd in het verhaal.
Daarna kwam er een periode waarin ik het boek wisselend las. Ik wilde het bijhouden, om niet opnieuw te hoeven beginnen, maar het sprak me niet aan om het te pakken, gezien de dikte van het boek.
De schrijfstijl vind ik traag. De meeste delen uit het leven van Theo worden minutieus beschreven. De mooie manier waarop Donna Tart alles beschrijft is heel knap en vindingrijk, maar door sommige stukken heb ik me echt heen moeten worstelen.
Sommige gevoelens worden zo uitvoerig beschreven, dat ik de weg kwijtraakte en niet meer begreep wat ze bedoelt.
De schrijfster gebruikt in zinnen vaak bijzinnen, die ze tussen haakjes zet. Ik vind dat irritant.
Er zijn stukken waarin een vriend van Boris situaties uitlegt, dat dan weer heel snel gaat, waarin woorden worden overgeslagen, waarschijnlijk om het gebrekkige Amerikaans dat hij spreekt te illustreren, maar ik vind dat niet prettig lezen.
Op het laatst had ik het idee dat Donna Tart haar eigen kijk op de kunst nog even wilde meegeven aan de lezer, dit doet ze door de ogen van Theo, maar wat mij betreft ligt dat er te dik bovenop.


Twijfelaar

‘Maar goed dat ik ga samenwonen, anders kwam het niet goed. Ik vind alles leuk. Vandaag wil ik een strakke inrichting in rustige aardetinten met een wit servies. Morgen wil ik rode muren, een oranje plafond en paarse gordijnen van dik velours voor de ramen. Grote gekleurde banken en tafels met mozaïek. Het huis zou na tien jaar nog niet aangekleed zijn. Ik kan geen knopen doorhakken, weet je. Als ik het een kies krijg ik spijt, omdat dan het andere niet meer kan. Ik word echt gek van mezelf!’

‘En je vriend?’

‘Hij beslist. Ik vind het prima.’

woensdag 27 december 2017

Het leeuwendeel

Snel eropaf, anders wordt het een diepvriesmaaltijd. Ze is me voor, maar ze zal haar eten aan mij moeten afstaan. Zo zijn de regels. Ik ben er bijna, als ze er opeens als een speer vandoor gaat, met vlees en al. Wat denkt ze nou? Misschien is ze verzwakt door de kou, maar afwijkend gedrag tolereer ik niet. Ze krijgt één waarschuwing. Ik grijp haar bij de keel, maar nog staat ze haar prooi niet af. Ik heb geen keus, ik moet haar doden. Ze had het waarschijnlijk sowieso niet gered. De natuur is hard.

dinsdag 26 december 2017

Vrolijk kerstfeest

Ik open de deur. Het eerste dat ik zie is een immense kerstboom vol lichtjes en goud gekleurde ballen. Er staan overal sta-tafels met kleine zwarte bakjes, vol met dennengroen, rode besjes, zilveren takjes en een gouden kaars er middenin. Het haardvuur knettert. Er lopen vrouwen in gouden glitterjurkjes, alsof het midden zomer is. Alle heren zijn in smoking. Het valt stil. Ik voel me een vreemde met mijn geitenwollen sokken onder mijn spijkerbroek. Het zweet loopt over mijn rug onder mijn grof gebreide trui. De dresscode heb ik kennelijk gemist.

De kerst heeft een heel uitgesproken sfeer. Sfeer is heel erg bepalend voor een verhaal. Het valt niet altijd mee om een sfeer goed weer te geven in woorden. Het is een gevoel, je kunt er niet altijd de vinger op leggen, maar die moet kloppen bij de personen en de gebeurtenissen in een verhaal. De sfeer kan ook het verhaal een bepaalde wending geven, zoals in het bovenstaande fragment. Niemand hoeft iets te zeggen en toch gebeurt er iets.
Het typische kerstgevoel maakt Kerstmis uitermate geschikt voor het oefenen van het beschrijven van een bepaalde sfeer. En hoe je die sfeer kunt verzieken natuurlijk, want zonder actie geen verhaal.

woensdag 13 december 2017

Wat kan ik van u leren? 50 schrijvers - 1 vraag...

Het boek ‘Wat kan ik van u leren?’ is per vandaag beschikbaar. Gisteren was de boekpresentatie in Haarlem. Wat een feest was dat.
De initiatiefnemer, Edward Molkenboer, vertelde aan alle aanwezige ouderen, schrijvers, fotografen en andere vrijwilligers die hun medewerking aan dit boek hebben verleend hoe het idee voor het koffieschenkproject is ontstaan en hoe dit weer heeft geleid tot de totstandkoming van dit boek. Hij legde duidelijk uit waarom het belangrijk is dat dit boek nu een feit is. Na zijn verhaal kreeg hij natuurlijk zelf het eerste exemplaar aangeboden. Hij straalde en was duidelijk emotioneel geraakt.
In de pauze kon ik samen met de andere aanwezige schrijvers, fotografen en geïnterviewde ouderen een exemplaar ophalen. Er konden natuurlijk ook boeken gekocht worden, de uitgeverij was ook aanwezig.
Zo gauw ik mijn boek in handen had zocht ik meteen mijn verhaal op. Een grote foto van mijn schoonmoeder en mij op de bank, gemaakt door fotograaf Arend-Jan Loozeman viel gelijk op. En ja, daar stond mijn verhaal. Wat een belevenis om dit boek in handen te hebben.
Na de pauze vertelde een van de schrijvers en een fotografe hun verhaal. Maar het meest bijzondere was toch de toespraak van Gerard Staal. Naast dat zijn verhaal (met foto's) in het boek staat, is hij ook te zien op de boekomslag.
René en ik hadden een hotel geboekt voor deze avond, maar ik kon nog niet direct slapen. Gelukkig had ik nu een mooi boek. Ik werd meteen gegrepen door de prachtige verhalen. 
Ik kan iedereen aanraden om dit boek te bestellen. Het is een prachtig kerstcadeau en voor iedereen interessant. Voor ouderen is het een feest der herkenning. Mijn generatie (50+) zal soms dingen herkennen (wellicht van hun ouders), maar zij kunnen ook veel leren van de levenslessen van deze mensen, en daarnaast over het ouder worden op zich en hoe hiermee om te gaan..
De jongere generatie zal zich verbazen over hoe het leven er in de eerste helft van de 20e eeuw aan toe ging. De oorlog, hoe weinig er was, maar ook hoe dankbaarheid en er voor elkaar zijn de normaalste zaak van de wereld was.
Met de aankoop van dit boek steunt u natuurlijk ook gelijk het koffieschenkproject, een project waarmee de vereenzaming van ouderen wordt verminderd.
Uiteraard kunt u dit project ook steunen door vier uur van uw leven te doneren. Het mes snijdt aan twee kanten. De oudere krijgt fysieke aandacht en u hoort de prachtigste verhalen. Wellicht wordt uw verhaal wel in het volgende deel van ‘Wat kan ik van u leren’ opgenomen.

Deze blog doneer ik aan Stichting Goed doen voor een ander. Zij organiseren Koffieschenk Buurtprojecten voor eenzame ouderen. Om hier aandacht voor te vragen heeft de Stichting het boek ‘Wat kan ik van u leren?’ gepubliceerd. Want van onze ouderen kan je nog veel leren.  Ik doneer mijn blog om ook bewustwording te creëren omtrent eenzame ouderen. Wil jij ook bloggen? Meld je aan via www.blog.doneerjouwtalent.nl

zondag 26 november 2017

Not-writing month

In november is het is niet gelukt wekelijks een blog te plaatsen, net zo min als het gelukt is om een boek schrijven. Is dat erg, vroeg ik mezelf af. Ik vind van niet. 

Mijn nukkige kat werd ziek en had het nogal wat voeten in de aarde om haar weer op te lappen, maar het is gelukt uiteindelijk.

Ik ben met mijn dochter een paar dagen naar Den Haag geweest, waar we onder andere in het Mauritshuis geweest zijn om de werken van de beroemde Nederlandse schilders te bekijken. Na Den Haag vertrok ik met René naar Coevorden, waar we genoten van de mooie omgeving en van luxe 3 gangenverrassingsdiners in het kasteel.

Vorige week hebben we met vrienden een bezoek gebracht aan de Ezelsociëteit in Zeist, waar mijn zus werkt als vrijwilliger. Zij gaf ons daar een rondleiding. We hebben allerlei lieve en minder aardige ezels gezien en geaaid. Wat een goed werk doen ze daar. Natuurlijk zijn we niet naar huis gegaan zonder een donatie te doen.

Ik heb misschien weinig tijd gehad om te schrijven, maar ik heb tijd doorgebracht met mensen die me dierbaar zijn en er voor mijn zieke kat kunnen zijn. Dat schrijven dat komt wel weer. 

zaterdag 18 november 2017

Goedheiligvrouw

De intocht van Sinterklaas doet me denken aan vroeger. Mijn moeder verraste graag alleenstaande ouderen met pakjesavond. Het cadeau kwam meestal van de bakker, maar ze leefde zich helemaal uit op de persoonlijke gedichten. Mijn zus en ik zetten het cadeau bij de oudere in kwestie voor de deur, belden aan en maakten ons daarna snel uit de voeten. De ontvanger mocht natuurlijk niet weten wie de gulle gever was.

Wij woonden in Deventer, tegenover de Katholieke Kerk. Mijn vader was inval-organist. Om te oefenen ging hij regelmatig met zijn bladmuziek naar de pastorie. Marie, de huishoudster van de pastoor, liet hem binnen en liep met hem mee naar de wenteltrap, die leidde naar het koor met het orgel, ondertussen vrolijk babbelend over wie er allemaal dood waren gegaan.
Mijn moeder was slecht ter been, maar vanaf haar plekje op de bank kon ze de pastorie goed observeren. Zo verzamelden ze allebei gedurende het jaar genoeg input voor een Sinterklaasgedicht over Marie. Op vijf december ging de pastoor meestal naar zijn familie en was Marie helemaal alleen in de grote pastorie.

Een pakje bezorgen bij Marie van de Pastoor was een grote uitdaging. Mijn zus Maaike en ik staken de weg over en beklommen het stenen trapje naar de voordeur van de pastorie. Het cadeautje zetten we pontificaal voor de drempel. Maaike belde aan. We hoorden de bel duidelijk klingelen in de gang van de pastorie, terwijl we ons allebei snel achter een geparkeerde auto verstopten. Door de autoruit hielden we alles nauwlettend in de gaten.
De deur ging open. Een lichtbundel scheen de straat in. Stilte. Daarna klonk de schelle stem van Marie. ‘Stelletje bellerobbers!’

De lichtbundel werd snel smaller, maar gelijk ook weer breder. Marie pakte het cadeau.
   ‘Piet! Zwarte Piet! Pietje! Waar zit je dan?’

Haar stem klonk zoeter dan de banketletter in de doos, terwijl ze richting de auto’s liep. Haar pantoffels dempten haar voetstappen, maar ik hoorde ze. Maaike en ik verplaatsten ons aan de tegenovergestelde kant van de auto, precies evenwijdig met haar. Het leek uren te duren voor ze haar zoektocht opgaf en wij totaal verkleumd naar huis konden.

De volgende keer dat mijn vader kwam oefenen op het orgel vertelde Marie hem het hele avontuur. Hij verklapte natuurlijk niets. We hebben nooit geweten of ze wist van wie het jaarlijkse pakje afkomstig was. Maar misschien kon Marie ook heel goed acteren.

Deze blog doneer ik aan Stichting Goed doen voor een ander. Zij organiseren Koffieschenk Buurtprojecten voor eenzame ouderen. Om hier aandacht voor te vragen heeft de Stichting het boek ‘Wat kan ik van u leren?’ gepubliceerd. Want van onze ouderen kan je nog veel leren.  Ik doneer mijn blog om ook bewustwording te creëren omtrent eenzame ouderen. Wil jij ook bloggen? Meld je aan via www.blog.doneerjouwtalent.nl






zondag 5 november 2017

NaNoWriMo in de praktijk

Ik begon goed. Op woensdag en donderdag werkte ik overdag en schreef ik ’s avonds ruim het geplande aantal woorden.

Vrijdag ging het mis. Ik had een vrije dag met veel te veel afleiding. Met pijn en moeite schreef ik 681 woorden (1500 gepland). Ik maakte mezelf wijs dat het niet erg was, ik had nog een heel weekend voor de boeg.

Voor de zaterdag en de zondag stonden er per dag 3000 woorden gepland.
Op zaterdag kon ik me aan het eind van de middag een paar uur helemaal op het schrijven richten, maar juist toen sloeg de onzekerheid toe. Ik stelde het schrijven uit. Ik was bang, maar wist niet goed waarvoor. Bang dat ik het aantal woorden niet zou halen? Bang dat ik niet zou weten waar ik over schrijven moest? Ik heb een goed doordacht plan, dus dat kan haast niet.

Waarschijnlijk lag die lat veel te hoog. Ik merkte de dagen hiervoor dat 1000 woorden schrijven al een hele prestatie is. Zaterdag schreef ik 855 woorden. Ik had gefaald.
Vanmorgen ging het beter. Ik schreef 1350 woorden en ik heb er weer lol in.

Conclusie:
·         Planning: 10.000 woorden. In werkelijkheid zijn het 5597 woorden. (60%)
·         Als de lat te hoog ligt werkt dat demotiverend.
·         Na een drukke werkdag heb ik meer discipline dan in het weekend
·         Doorschrijven is echt een oplossing als je vast zit
·         Het aantal woorden is een richtlijn, geen harde eis. Ik vind het lastig om het zo te zien.

zondag 29 oktober 2017

Als blikken doden konden...

Hij komt overtuigend over, maar ik weet dat hij liegt. Zijn handen rusten in elkaar gevouwen op de tafel terwijl hij ons team vertelt dat Elze ziek is. Je zou hem bijna geloven.

Als ik vorige week niet de tranen van Elze had gedroogd, nadat ze eindelijk de moed bij elkaar had geraapt om mij in vertrouwen te nemen, was dat waarschijnlijk ook het geval geweest. Ik heb Elze beloofd het voor me te houden, maar het gaat niet vanzelf.

Mijn hoofd voelt warm. Het ontploft bijna van de opgekropte spanning. En als blikken doden konden…

zaterdag 28 oktober 2017

NaNoWriMo

De voorbereidingen voor mijn NaNoWriMo zijn in volle gang. NaNoWriMo staat voor National Novel Writing Month. Een initiatief dat uit Amerika is overgewaaid naar Nederland en waarbij het de bedoeling is dat je in één maand een ruwe versie van een boek schrijft van minimaal 50.000 woorden. De NaNoWri-maand is november. Logisch, want dit is een donkere maand. Buiten is het nat, koud en winderig. Heerlijk weer om te schrijven.

Bij de officiële NaNoWriMo maak je een account aan op een website. Je ziet hoeveel mensen er meedoen en uit welk land ze komen. Heb je je doel bereikt dan krijg je daarvoor een badge op je homepage. Ik heb dit wel overwogen, maar het geeft me teveel druk. Mijn novembermaand is dit jaar al redelijk volgepland. Naast het schrijven heb ik een vriend, kinderen en een fulltime baan met twee uur reistijd per dag. Wil ik het volhouden, dan moet ik mijn grenzen goed in de gaten houden. Ik doe wat ik kan op de dagen dat het kan. Hopelijk is mijn boek dan eind november al voor een groot deel af.

Waar mijn boek over gaat en hoe het schrijven ervan mij afgaat zal ik in de volgende blogs met jullie delen.

donderdag 26 oktober 2017

Mijn verhaal in een boek!

Van de week natuurlijk snel de ‘Enge verhalen bundel’ besteld, waar mijn verhaal ‘Stalker’ in gepubliceerd is. Wat bijzonder om je eigen naam en je eigen verhaal in een boek te zien staan. Dit smaakt naar meer! 

De eerste zin moest je kiezen uit de volgende drie beginzinnen van verschillende schrijvers:
1. Haar aanwezigheid is een lang bewaard geheim (Thomas Olde Heuvelt)
2. Haar lichaam verstrakte en haar oogleden trilden (Suzanne Vermeer)
3. Ik voel de blikken prikken in mijn rug (Saskia Noort)

Ik koos voor de beginzin van Saskia Noort.

Uit de ‘Enge verhalen bundel’ van ‘heel nederland schrijft’

zaterdag 21 oktober 2017

Mijn verhaal 'Stalker' ook gepubliceerd

Gisteren kreeg ik een mail van Heel Nederland Schrijft waarin ik geïnformeerd werd dat het verhaal Stalker, dat ik heb geschreven voor de Enge Verhalenwedstrijd van HNS gepubliceerd is in een bundel. Daar ben ik natuurlijk ook heel blij mee en heel trots op.

De bundel is hier te bestellen, maar uiteraard kan je er ook bij je plaatselijke boekwinkel naar vragen.

vrijdag 20 oktober 2017

Cadeautje

Een vraag die veel mensen mij stellen is ‘waar haal je het vandaan?’ Ik zie het meer als een cadeautje. Gaandeweg de dag vallen sommige gedachten of gebeurtenissen meer op dan andere.

Gisteren bijvoorbeeld, liep ik in de middagpauze door het centrum van Arnhem. Een groepje mannen liep mij tegemoet. Ik zag dat een van de mannen een enorm litteken over zijn linkerwang had lopen. Ik vraag me dan meteen af hoe hij aan dat litteken komt. Is het van een operatie? Of van een messteek? Is het een crimineel? Of juist een held? Deze vragen verdwijnen al snel en dan verschijnt er een zin in mijn hoofd:

‘Het litteken op zijn wang verraadde zijn gewelddadige verleden.’

Dit kan zomaar het begin zijn van een kort verhaal of een roman. Ik noteer deze zin zo snel mogelijk in mijn telefoon. Ik bewaar alle aantekeningen die ik maak. Wie weet komt het personage met het litteken in zijn gezicht een keer goed van pas in een verhaal.

Iemand vroeg me ook eens of ik er niet doodmoe van word, steeds overal op te moeten letten. Het geeft mij juist energie. Het overkomt me. En dan neem ik het cadeautje met open armen in ontvangst.

zondag 15 oktober 2017

Een hoofd vol gekleurde balletjes

Voor Jolien en Bob 

Gedachten hebben meer kracht dan dat je je realiseert. Ze schieten als gekleurde balletjes door je hoofd. De rode balletjes zijn het grootst. Dit zijn de onruststokers. Als je je niet bewust bent van hun bestaan, verdringen ze gemakkelijk alle andere balletjes naar de achtergrond. Je raakt geïrriteerd en gestrest. Je zou bijna vergeten dat je ook andere balletjes kunt toelaten. Als dit het geval is, hebben de rode balletjes hun doel bereikt. Ze zijn graag aan de macht.

Rode balletjes ontstaan gemakkelijk door te veel prikkels van buitenaf, bijvoorbeeld door altijd maar mensen om je heen (in real life of op je mobiel), als je altijd overal aan mee wilt doen, overal aanwezig wilt zijn, maar ook als je veel te hoge eisen stelt aan jezelf.

Heb je teveel rode balletjes in je hoofd, dan dringen er ook heel gemakkelijk zwarte balletjes je hoofd binnen. De zwarte balletjes zijn sombere gedachten. Ze kunnen in je hoofd opkomen als je iets naars hebt meemaakt. Je wilt deze balletjes het liefst opsluiten in een kamertje in je hoofd waar ze nooit meer uit kunnen. Opgeruimd staat netjes. Maar dat is niet zo handig. De zwarte balletjes blijven op de deur kloppen en de rode balletjes kunnen de zwarte balletjes loslaten.

Helaas, het opsluiten of verstoppen van de zwarte balletjes helpt niet om ervan af te komen. Gelukkig kan je ze zelf laten verdwijnen, maar dat kan moeilijk en pijnlijk zijn. Het lukt alleen als je de confrontatie aangaat met de zwarte balletjes. Je moet wikken en wegen, overpeinzen, de gebeurtenis opnieuw in je hoofd laten afspelen en misschien nog eens en nog eens, net zolang tot je een manier hebt gevonden om ermee om te gaan. Dat kan voor iedereen verschillend zijn. Pas als het balletje een plekje heeft gekregen waar het zich thuis voelt, zal het balletje langzaam verschrompelen. Het verdwijnt nooit helemaal, maar het heeft geen invloed meer op jouw denken. Doordat het balletje nu zo klein geworden is, is er weer plaats voor een ander balletje.
Want naast de rode en de zwarte balletjes zijn er nog heel veel andere kleuren balletjes. Zij stellen zich bescheiden op en laten zich gemakkelijk domineren door de rode en zwarte balletjes. Dat je je bewust bent van alle andere balletjes is dus erg van belang voor hoe je je voelt.

Er zijn blauwe balletjes, de geruststellende gedachten. Er zijn groene balletjes, dat zijn de gezonde gedachten. Heb je ineens een goed idee dan is dat een geel balletje dat zich opdringt. En als je verliefd bent heb je een invasie van roze balletjes in je hoofd. Zij verdringen met gemak alle rode en zwarte balletjes, maar meestal is dat maar voor even. De roze balletjes hebben een veel kortere levensduur dan de rode of zwarte balletjes.
Twee soorten balletjes zijn weliswaar zeldzaam, maar ze zijn levenslang beschikbaar en oproepbaar. Dit zijn de balletjes met het gouden randje en de pareltjes.

De kunst is om de balletjes te leren herkennen en te beheersen. Dan kan je rust in je hoofd creëren. Af en toe stuitert er een groen, blauw, geel of roze balletje door je hoofd. Misschien zelfs wel een pareltje of een balletje met een gouden randje. De rode balletjes proberen te voorkomen dat je dat merkt, zodat er alleen maar onrust heerst in je hoofd.
Wat dan helpt is om je eigen gedachten te observeren. Als je eenmaal weet hoe het werkt, kun je zelf bepalen welke balletjes op de voorgrond mogen treden. Als je rust in je hoofd wilt, focus je dan op de blauwe balletjes. Onthoud dat hetgeen dat je aandacht geeft groeit. Je zult steeds meer rust in je hoofd ervaren, omdat de blauwe balletjes blij zijn met de aandacht die ze krijgen, waardoor zij zich vermenigvuldigen. Hetzelfde geldt voor de groene, roze en gele balletjes.

Dient zich een pareltje of een balletje met een gouden randje aan, sta daar dan zo lang bij stil als je wilt. Hierdoor heb je er langer plezier van, maar blijven ze ook sneller beschikbaar in de toekomst. Je kunt ze goed gebruiken als je een zwart balletje wilt laten verschrompelen.

Het is goed om te weten dat er maar een bepaald aantal balletjes in je hoofd kunnen. Hoe meer balletjes van de juiste kleur, hoe minder ruimte er is voor de rode of zwarte balletjes en hoe gelukkiger je je voelt.

zaterdag 14 oktober 2017

Publiceren

Afgelopen week kreeg ik de uitslag van twee schrijfwedstrijden, met als hoogtepunt dat ik op vrijdag de 13e zou horen of het verhaal over mijn schoonmoeder met foto’s en al gepubliceerd zou worden in een boek of slechts op internet.

Bij Heel Nederland Schrijft ben ik niet in de prijzen gevallen. Dat vond ik wel jammer, maar ik had mijn hoop vooral gericht op het verhaal over mijn schoonmoeder. Ik had er knetterhard aan gewerkt en wenste dat het goed genoeg zou zijn voor publicatie in het boek.

Voor Hanna, mijn schoonmoeder, lag een boek met haar verhaal en foto’s erin opeens binnen handbereik. Het zou een bekroning zijn voor haar medewerking.

Voor Arend-Jan, de fotograaf, is het net zo goed als voor mij een kans om zijn werk onder de aandacht van een groot publiek te brengen.
Natuurlijk was het voor mijzelf ook belangrijk omdat het mijn eerste boekpublicatie zou zijn.

Om 20.30 uur ’s avonds kwam eindelijk het positieve bericht! Mijn verhaal met de titel ‘Gesloopt’ krijgt een plaatsje in het boek. Op 12 december is de boekpresentatie. Superleuk.

Je kunt het boek nu alvast bestellen, dan weet je zeker dat je in december een exemplaar in je bezit hebt.



zaterdag 7 oktober 2017

Spaanse vlieg

Ik staar naar de golven die met een aangename regelmaat het strand op rollen. Toen ik hier vorige week aankwam, barstte ik van de energie en enthousiasme. En moet je me nu zien. Weggedoken onder een parasol, in een T-shirt en een lange rok. Last van de warmte en bang voor de zon. Ik draai me op mijn buik, leg mijn hoofd op mijn armen, mijn neus bijna in het zand.

Herinneringen aan de eerste avond dringen zich aan mij op. Warmte. Muziek. Bruine ogen. Intense blik. Zweet. Daarna ziek en afgepeigerd.
De snelle klanken van Bach’s Badinerie brengen me terug in het hier en nu. Het display van mijn mobiel gilt dat mijn moeder me wil spreken. Net als gisteren. En eergisteren.

   ‘Hoi’. Ik probeer opgewekt te klinken, maar mijn stem klinkt slaperiger en zwakker dan ik wil.
   ‘Ga naar de dokter, Eline.’ Ze heeft gelijk. Dat maakt me woedend. Ik moet haar beloven dat ik vanmiddag nog een afspraak maak. Met tegenzin slof ik terug naar het appartementencomplex. Bij de receptie verwijzen ze mij naar dokter Vogel. Ik kan er direct terecht.

De ontmoeting met de dokter is benauwend. De bruine ogen. De intense blik die mijn huid onderzoekt. De handen die de apparatuur bedienen. Hij verwijst me door. Ik kan met hem meerijden.

Badend in het zweet word ik wakker in het ziekenhuis, tussen piepende apparaten en slangen en infuuszakken en ik heb geen idee wat voor dag het is. Ik hallucineer waarschijnlijk, want ik zie mijn moeder naast mijn bed zitten. Als ze ziet dat ik mijn ogen open heb, rent ze weg. Net als ik mezelf in mijn arm wil knijpen om mezelf uit deze nachtmerrie te bevrijden komt ze terug. Met dokter Vogel.

Nu mijn moeder hier is, weet ik dat alles goed komt. Als ik me weer beter voel, legt ze mij uit wat er is gebeurd. In de auto bij dokter Vogel liep mijn lichaamstemperatuur erg op. Ik verloor mijn bewustzijn. Het heeft lang geduurd voor de delegatie artsen die zich met mij bemoeiden erachter kwamen wat mij mankeerde. Ik ben gestoken door de tseetseevlieg, die hier normaal gesproken niet voorkomt. Ik lag drie dagen in coma. Het was maar de vraag of ik er nog bovenop zou komen. Mijn moeder kwam en heeft elke dag bij mij zitten waken, terwijl ze vreesde voor mijn leven.

Een week later reis ik samen met mijn moeder terug naar huis. Thuis gooi ik de inhoud van de koffer op de grond voor de wasmachine. Een vlieg grijpt zijn kans en ontsnapt door het badkamerraam…

Pauze

Na de zomer heb ik de cursus ‘Columns en blogs schrijven’ afgerond en de ‘Kleinegeit’ tijdens het literair café met Jan Terlouw in ontvangst genomen. Dit nieuws haalde zelfs de Zutphense Koerier.

Ondertussen schreef ik nog twee korte verhalen. Voor de zomerse schrijfwedstrijd van Querido schreef ik het verhaal ‘Spaanse Vlieg’. De uitslag van deze wedstrijd werd bekend gemaakt in een schrijfcafé waarbij ik niet aanwezig kon zijn.
Voor de Enge verhalen wedstrijd van ‘Heel Nederland schrijft’ schreef ik het verhaal ‘Stalker’.
Op 10 oktober worden de prijswinnaars gekozen.

Na de deadline van deze wedstrijden begon ik aan het project ‘Wat kan ik van u leren?’ Inmiddels is mijn verhaal samen met de prachtige foto’s van Arend-Jan Loozeman ingeleverd. Op vrijdag 13 oktober horen we of het gepubliceerd wordt in het boek. Spannend! 

Deadlines geven toch een zekere druk en weinig nachtrust, dus ik las een kleine schrijfpauze in, waarin ik lekker ga lezen.

Kan een schrijver wel pauze nemen? Er gebeurt altijd wel iets. Je ontmoet iemand die precies in een verhaal past of je hoort iets wat je mateloos inspireert. Met schrijven blijf je toch altijd wel bezig. Maar nu lekker even zonder deadline!

zondag 1 oktober 2017

Fotograaf gezocht...en gevonden!

Ik ben nog elke dag druk met het verhaal over mijn schoonmoeder Hanna voor het project. De schijfcoach was tevreden, alleen miste hij de essentiële vraag ‘Wat kan ik van u leren?’ in mijn verhaal. Ik ontkwam er niet aan een koppeling te maken met het heden, waardoor de nodige anekdotes moesten sneuvelen.

Alsof ik nog niet druk genoeg was kreeg ik ook nog te horen dat zonder beeldmateriaal het verhaal niet in het boek zou komen. Ik benaderde verschillende fotografen, maar niemand kon me helpen. Net toen ik de hoop had opgegeven kreeg ik een positieve reactie van fotograaf Arend-Jan Loozeman uit Olst.

Vandaag is er een fotoshoot gemaakt bij Hanna thuis. Wat was het leuk! Eerst was het wel spannend toen er binnen grote lampen werden opgebouwd en er pal voor Hanna’s neus een camera op een statief werd geplaatst. Maar Hanna ontspande toen we het fotoalbum dat we hadden gebruikt voor het interview opnieuw bekeken. Daarna zijn er buiten nog de nodige foto’s gemaakt van ons, maar ook van verschillende attributen van de boerderij van vroeger. Hanna pakte me vast. Ze vond het geweldig allemaal.

Vanavond kreeg ik de foto’s al binnen via de mail. Mijn taak is te selecteren wat ik bruikbaar acht. Ze zijn prachtig.

Tot de deadline op 6 oktober houdt dit verhaal me zeker nog in zijn greep, want de gefotografeerde attributen moeten ook een rol krijgen in het verhaal. Maar dat komt goed. 

vrijdag 22 september 2017

Goed doen voor een ander

De euforie van 'de Kleinegeit' was van korte duur. Het volgende project hijgde alweer in mijn nek. Dit project betreft een boek met interviews met oudere mensen. Zij hebben vaak de mooiste verhalen.

Vorig weekend heb ik mijn schoonmoeder Hanna (79 jaar) uitgehoord. Ze wist niet veel te vertellen, zei ze. Maar eenmaal op de praatstoel kwam ik bij het uitwerken van haar verhaal op 2783 woorden. De conceptversie mocht 1000 tot 1500 woorden bevatten. Ik wilde het verhaal ombouwen, want een opeenvolging van gebeurtenissen is natuurlijk niet interessant. 

Daar kwam de onervarenheid met non-fictie om de hoek kijken. Ik wilde de feiten houden zoals het was gebeurd. Ik liep hartstikke vast en had nog vier dagen tot de deadline. Ik wilde één dag uit het leven van mijn schoonmoeder beschrijven en daarin alle gebeurtenissen verwerken. De informatie besloeg decennia. Ik wist niet hoe ik het aan moest pakken.

Uiteindelijk belde ik Hanna en vroeg haar naar de kleinste details uit het dagelijks leven in 1945.  Mijn beeld van Hanna werd steeds scherper. Mijn vingers vlogen over mijn toetsenbord. Het resulteerde in een dag uit haar leven in 2500 woorden. Ik killde al mijn darlings en was apetrots dat ik mijn conceptverhaal van 1499 woorden kon inleveren. 

maandag 18 september 2017

De IJssel

Hieronder mijn verhaal 'De IJssel' dat ik heb voorgelezen bij het literair café op woensdagavond 13 september in de Vroolijke Frans te Brummen en dat door Jan Terlouw als beste werd beoordeeld:

Ik leerde hem kennen in Deventer. Als kind bracht hij me geluk en verwondering. Hij kwam nog niet zo dichtbij, maar ik wist wie hij was. Soms was hij kurkdroog, dan weer liep hij over van enthousiasme. Andere keren was hij wreed, de volgende dag juist vriendelijk en rustig. Als een vader begeleidde hij mij als ik vanuit de stad naar huis fietste.

Ik werd volwassen en verhuisde naar Zutphen. Daar zocht ik hem op. Niet dat ik dit bewust deed. Elke dag opnieuw moest ik mijn hoofd boven water zien te houden. Er waren geen zekerheden, de meeste waren me afgenomen, anderen had ik van me af gegooid. In die tijd zat mijn hoofd vol met dubio’s, kniezen, piekers en dubbers. Op de wegen die ik bewandelde stonden hongerige beren en boze mensen. De wereld had zich tegen mij gekeerd.

Hij niet. Hij was er altijd. Hij oordeelde nooit. Hij was het warme bad dat mijn verkrampte spieren liet ontspannen. Hij was de verkoelende douche voor mijn oververhitte hoofd. Zijn temperament ging de strijd aan met mijn gevoel. Hield ik mijn woede in, dan smeet hij juist zijn zwarte golven wild en genadeloos tegen de kribben. Was mijn hoofd als een flipperkast, waar gedachten als magnetisch geladen balletjes onwillekeurig doorheen stuiterden, dan presenteerde hij zich als een zilveren lint, dat vreedzaam tussen de groene uiterwaarden slingerde. Keer op keer spiegelde hij mij de mooie kanten van het leven voor.

Hij reikte mij de antwoorden op mijn vragen aan, zonder te spreken. Hij gaf me wijze adviezen, die ik met plezier opvolgde. Hij schonk mij nieuwe levenskracht. Hij confronteerde mij met donkere kanten die ik van mijzelf nooit had willen zien. Dan weer toverde hij het mooiste in mij tevoorschijn. Hij leerde mij mezelf kennen. Hij leerde me vrienden te worden met mezelf.

Hij is de vriend waar ik altijd van op aan kan. Hij is er altijd en laat me nooit vallen. Hij is niet perfect, ik weet dat hij ook minder goede kanten heeft, maar ik wil ze niet zien en ik zoek ze niet op. Ik ben de IJssel slechts dankbaar voor wat hij mij heeft geleerd.

Zie hier een uitgebreid verslag van RTV Veluwezoom over deze avond, waarin ik genoemd word als prijswinnaar en waarin de toespraak van Jan Terlouw over klimaatbeheersing uitgebreid beschreven wordt.



donderdag 14 september 2017

'Kleinegeit'

Gisteren was het literair café, waarin ik in mijn vorige blog vertelde.

Mijn achterban had inmiddels beide verhaaltjes die ik had geschreven gelezen en ze waren het er unaniem over eens dat het eerste verhaaltje het meest tot de verbeelding sprak.

Jan Terlouw opende de avond met een heel boeiend verhaal over klimaatverandering. 
Na de pauze begon het open podium met als thema De IJssel. Jan Terlouw zou de voordrachten beoordelen. Ik moest het opnemen tegen allemaal dichters en zelfs tegen iemand die zijn teksten zong.

De winnaar van het laatste literaire café sloot traditioneel af met een grappige column. Jan Terlouw dacht na welke bijdrage hij het best vond. De auteur hiervan zou de aanmoedigingsprijs ‘de Kleinegeit’ in de wacht slepen.

Uiteindelijk was dit spannende moment eindelijk gekomen. Natuurlijk was onmogelijk om te kiezen, maar aangezien hij zichzelf een prozaïst noemt, koos hij voor...het verhaaltje van Klaartje Gras. Ik wist niet wat ik hoorde. Het was de eerste keer dat ik meedeed en ik won gelijk de hoofdprijs. Ik liep naar het podium en nadat ik de heer Terlouw de organisatie hartelijk had bedankt, nam ik vol trots mijn prijs in ontvangst.


Natuurlijk is mijn verhaal op dit blog te lezen onder de titel ‘De IJssel’.


zondag 10 september 2017

Kiezen

Het is bijna zover, aanstaande woensdag ga ik tijdens het open podium van het literair café, waar ik de vorige keer over vertelde, voorlezen uit eigen werk. 
Thema: ‘de IJssel’. Jury: Jan Terlouw. Aanmoedigingsprijs: 'de Kleinegeit’.

Ik vertelde al dat ik flink had zitten brainstormen. Gaandeweg ontstond het idee om de IJssel voor te stellen als een oude vriend. Dit verhaaltje is bijna poëtisch. Voor mezelf is dat wennen, ik ben wat onzeker over deze tekst. Hoewel een tekst over een rivier zich goed leent voor beeldspraak, heb ik zelf het gevoel dat de tekst erg overdreven is.
Dus begon ik opnieuw. Deze keer stelde ik mijn herinneringen centraal in een column. Ook dit stuk roept vraagtekens op: in hoeverre spreken mijn memoires anderen aan? Het zijn alledaagse gebeurtenissen, heel basaal beschreven. Waarschijnlijk knap saai.
Welk verhaaltje moet ik kiezen? Zal ik nog iets nieuws verzinnen? Zal ik een van de twee stukjes herschrijven? Ik heb nog de tijd. Gelukkig kan ik terugvallen op mijn trouwe achterban. Ik wacht nog op hun antwoord.

Na woensdag plaats ik de verhaaltjes op mijn blog en laat ik weten welk stuk ik uiteindelijk heb gekozen. En of ik 'de Kleinegeit’ in de wacht heb gesleept natuurlijk!

zondag 3 september 2017

Klaartje leest voor uit eigen werk

Over anderhalve week lees ik voor het eerst voor uit eigen werk tijdens een literair café bij mij in de buurt. Op deze avond zal een schrijver (in dit geval Jan Terlouw) vertellen over zijn werk en daarna mogen een aantal mensen iets voorlezen dat zij zelf hebben geschreven. Naderhand zal de schrijver bekendmaken welk verhaal, column of gedicht hem het meest aanspreekt. De auteur hiervan wordt beloond met 'de Kleinegeit’.
Uiteraard hoop ik dat ik deze aanmoedigingsprijs in de wacht sleep. De avond heeft als thema ‘De IJssel’. Ik heb hier nog nooit eerder over geschreven, dus moet ik nog iets verzinnen.

Van de week heb ik in de trein, op weg naar mijn werk, al flink zitten brainstormen. Ik wil een column gaan schrijven over de tijd dat ik een zware burn-out had en ik oneindig veel kilometers langs de IJssel heb gelopen om mijn gedachten enigszins te ordenen en mijn verleden een plek te geven. In mijn volgende blog vertel ik jullie hoe ik de aantekeningen van de brainstorm ga gebruiken voor de column.