Pagina's

zaterdag 30 december 2017

Het Puttertje - Donna Tart

Aan te raden?
JA, zeker als je van kunst houdt, is het aan te raden. Ik vind het een mooi verhaal, knap geschreven, met erg mooi beschreven fragmenten, maar het had wat mij betreft minstens de helft dunner gekund.

Waar gaat het over?
Het Puttertje is genoemd naar het gelijknamige schilderij van Carel Fabritius (1654), dat door het hele boek heen een grote rol speelt.
Theo is pas 13 jaar als hij zijn moeder verliest bij een aanslag in hun woonplaats New York tijdens een bezoek aan een tentoonstelling van Nederlandse schilderijen, waar ze eigenlijk bij toeval zijn. Op het moment van de aanslag is zijn moeder teruggelopen naar een schilderij van Rembrandt en Theo blijft nog in de zaal waar hij zojuist met zijn moeder Het Puttertje van Fabritius heeft bewonderd.
Door de explosie verliest hij zijn bewustzijn en als hij weer bijkomt liggen er allemaal lijken en gewonde mensen onder een dikke laag witte stof. Een man grijpt hem vast, wijst hem op een schilderij en geeft Theo zijn ring. De man vraagt Theo het schilderij mee te nemen en de ring naar Hobart & Blackwell te brengen.
Het schilderij is het Puttertje en het hele boek door blijft Theo verbonden met dit schilderij. Het is zijn houvast, maar evenzoveel ook een blok aan zijn been.
Het verhaal gaat over kunstzwendelarij, maar ook over verdriet en pijn. De kunst speelt een grote rol, met vooral de nadruk op de tijdloosheid van kunstwerken.

Wat vond ik ervan?
Ik heb er precies een jaar over gedaan om het boek helemaal uit te lezen. Het is een dik boek van 925 pagina’s, waardoor het niet geschikt is om overal te lezen. Ik ga dagelijks met de trein naar mijn werk, waar ik graag lees, maar het boek is te dik en te zwaar om mee te nemen. Ook lees je het boek ook niet gemakkelijk in bed, voor het slapen gaan, vanwege het formaat.
Ik had een haat-liefdeverhouding met het boek. Ik was ziek toen ik eraan begon en kon me slecht concentreren. Toch kon ik het niet wegleggen als ik er eenmaal in begonnen was, ik werd helemaal meegesleurd in het verhaal.
Daarna kwam er een periode waarin ik het boek wisselend las. Ik wilde het bijhouden, om niet opnieuw te hoeven beginnen, maar het sprak me niet aan om het te pakken, gezien de dikte van het boek.
De schrijfstijl vind ik traag. De meeste delen uit het leven van Theo worden minutieus beschreven. De mooie manier waarop Donna Tart alles beschrijft is heel knap en vindingrijk, maar door sommige stukken heb ik me echt heen moeten worstelen.
Sommige gevoelens worden zo uitvoerig beschreven, dat ik de weg kwijtraakte en niet meer begreep wat ze bedoelt.
De schrijfster gebruikt in zinnen vaak bijzinnen, die ze tussen haakjes zet. Ik vind dat irritant.
Er zijn stukken waarin een vriend van Boris situaties uitlegt, dat dan weer heel snel gaat, waarin woorden worden overgeslagen, waarschijnlijk om het gebrekkige Amerikaans dat hij spreekt te illustreren, maar ik vind dat niet prettig lezen.
Op het laatst had ik het idee dat Donna Tart haar eigen kijk op de kunst nog even wilde meegeven aan de lezer, dit doet ze door de ogen van Theo, maar wat mij betreft ligt dat er te dik bovenop.


Twijfelaar

‘Maar goed dat ik ga samenwonen, anders kwam het niet goed. Ik vind alles leuk. Vandaag wil ik een strakke inrichting in rustige aardetinten met een wit servies. Morgen wil ik rode muren, een oranje plafond en paarse gordijnen van dik velours voor de ramen. Grote gekleurde banken en tafels met mozaïek. Het huis zou na tien jaar nog niet aangekleed zijn. Ik kan geen knopen doorhakken, weet je. Als ik het een kies krijg ik spijt, omdat dan het andere niet meer kan. Ik word echt gek van mezelf!’

‘En je vriend?’

‘Hij beslist. Ik vind het prima.’

woensdag 27 december 2017

Het leeuwendeel

Snel eropaf, anders wordt het een diepvriesmaaltijd. Ze is me voor, maar ze zal haar eten aan mij moeten afstaan. Zo zijn de regels. Ik ben er bijna, als ze er opeens als een speer vandoor gaat, met vlees en al. Wat denkt ze nou? Misschien is ze verzwakt door de kou, maar afwijkend gedrag tolereer ik niet. Ze krijgt één waarschuwing. Ik grijp haar bij de keel, maar nog staat ze haar prooi niet af. Ik heb geen keus, ik moet haar doden. Ze had het waarschijnlijk sowieso niet gered. De natuur is hard.

dinsdag 26 december 2017

Vrolijk kerstfeest

Ik open de deur. Het eerste dat ik zie is een immense kerstboom vol lichtjes en goud gekleurde ballen. Er staan overal sta-tafels met kleine zwarte bakjes, vol met dennengroen, rode besjes, zilveren takjes en een gouden kaars er middenin. Het haardvuur knettert. Er lopen vrouwen in gouden glitterjurkjes, alsof het midden zomer is. Alle heren zijn in smoking. Het valt stil. Ik voel me een vreemde met mijn geitenwollen sokken onder mijn spijkerbroek. Het zweet loopt over mijn rug onder mijn grof gebreide trui. De dresscode heb ik kennelijk gemist.

De kerst heeft een heel uitgesproken sfeer. Sfeer is heel erg bepalend voor een verhaal. Het valt niet altijd mee om een sfeer goed weer te geven in woorden. Het is een gevoel, je kunt er niet altijd de vinger op leggen, maar die moet kloppen bij de personen en de gebeurtenissen in een verhaal. De sfeer kan ook het verhaal een bepaalde wending geven, zoals in het bovenstaande fragment. Niemand hoeft iets te zeggen en toch gebeurt er iets.
Het typische kerstgevoel maakt Kerstmis uitermate geschikt voor het oefenen van het beschrijven van een bepaalde sfeer. En hoe je die sfeer kunt verzieken natuurlijk, want zonder actie geen verhaal.