Ik open de deur. Het eerste dat ik zie is een immense kerstboom
vol lichtjes en goud gekleurde ballen. Er staan overal sta-tafels met kleine zwarte
bakjes, vol met dennengroen, rode besjes, zilveren takjes en een gouden kaars
er middenin. Het haardvuur knettert. Er lopen vrouwen in gouden glitterjurkjes,
alsof het midden zomer is. Alle heren zijn in smoking. Het valt stil. Ik voel
me een vreemde met mijn geitenwollen sokken onder mijn spijkerbroek. Het zweet
loopt over mijn rug onder mijn grof gebreide trui. De dresscode heb ik kennelijk
gemist.
De kerst heeft een heel uitgesproken sfeer. Sfeer is heel erg
bepalend voor een verhaal. Het valt niet altijd mee om een sfeer goed weer te
geven in woorden. Het is een gevoel, je kunt er niet altijd de vinger op leggen,
maar die moet kloppen bij de personen en de gebeurtenissen in een verhaal. De
sfeer kan ook het verhaal een bepaalde wending geven, zoals in het bovenstaande
fragment. Niemand hoeft iets te zeggen en toch gebeurt er iets.
Het
typische kerstgevoel maakt Kerstmis uitermate geschikt voor het oefenen van het
beschrijven van een bepaalde sfeer. En hoe je die sfeer kunt verzieken natuurlijk,
want zonder actie geen verhaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten